Langs de westkust
Zaterdag 1 februari 2014 Castelluzzo - Erice - Trapani
De dag begint grijs. Het zand lijkt uit de lucht te zijn verdwenen. De zee beukt vol op het lage, honderden meters brede rotsplateau waarop we staan. Nevels hangen om de berg toppen rechts en links. Dit zou zo maar een Schots landschap kunnen zijn. We rijden de Capo San Vito punt uit naar Erice zo'n 25 kilometer terug, dat op een steile rots op meer dan 600 meter hoogte boven Trapani ligt. Halverwege de haarspeldbochtenweg rijden we al de wolken in. Boven aangekomen zien we nog net het bordje: verboden voor campers staan, maar ernaast is een parkeerplaats waar we terecht kunnen. De stille verlaten Middeleeuwse straatjes hebben een aparte sfeer. We lopen eerst naar het Normandische kasteel (Castello di Venere). Op deze plek stond lang geleden de tempel van Venus. Bij helder zicht kun je vanaf hier Tunesië zien liggen, maar wij zien nog niet eens de overkant van de straat. We vinden er wel een cache in een gat in de muur. We maken een rondje langs wat kerken de pleintjes. In de hoofdstraat zijn wat winkeltjes open. We ontdekken nog een kabelbaan die vanuit Trapani loopt, maar nu buiten dienst is. Aan de Trapani kant rijden we de berg weer af. Zodra we 300 meter zijn gedaald is er weer zicht, op de zee, Trapani (met z'n smalle schiereiland met oude stad), de zoutpannen daarachter en de Egadische eilanden voor de kust. Als we beneden zijn leidt een brede laan naar het centrum. We vinden een groot plein waar we, vlak voor het schiereiland, kunnen parkeren. We bekijken het oude gedeelte van Trapani en lopen het hele schiereiland rond. Naar de punt toe wordt het steeds smaller tot aan een oud fort. Aan de zuidkant liggen de havens voor vissers-en plezierboten en de veerboten naar de eilanden. In de 17e eeuwse Purgatio kerk bekijken we de 18e eeuwse "Mysteri" - een stuk of 20 realistische, levensgrote beelden van hout die tijdens de processie op Goede Vrijdag 24 uur lang worden rondgedragen. Tegen vijven zijn we weer terug bij de camper en besluiten hier te blijven voor de nacht. We zijn nauwelijks binnen of het begint echt te regenen (tot nu toe miezerde het een beetje, maar net niet genoeg om een paraplu op te zetten) en dat blijft de hele avond zo.. Van Niels komt het blijde nieuws binnen dat hij zijn tentamen bedrijfseconomie heeft gehaald, we zijn trots op hem!
Zondag 2 februari 2014 Trapani – Nubia – Imbarcadero di Mozia.
De hele nacht heeft het geregend. Om 9.45 uur rijden we langs de havens van Trapani zuidwaarts. We volgen de bordjes richting Marsala (ja die van de bekende zoete wijn) en van de Riserva Naturale delle Saline en het Museo delle Saline. In de zoutpannen zien we flamingo’s, blauwe reigers, slobeenden, ‘n tureluur en pijlstaarteenden . We parkeren bij het zoutmuseum en lopen een rondje van een uur, het is gelukkig droog. Veel is er niet te zien, omdat we voor een groot deel niet vlak langs het water kunnen. De laatste 100 m begint het te gieten en waaien en we komen kletsnat bij de camper terug. We trekken droge kleren aan en na een kop thee vervolgen we de route; het is een gedeelte van een autoroute uit de Sunflower wegwijzer. De grote zoutvlakten worden afgewisseld door wijngaarden. We passeren het kleine vliegveld Vincenzo Floro en stoppen voor vandaag (na totaal 30 km)bij de Imbarcadero di Mozia. Vanuit dit haventje vertrekken bootjes die langs de eilanden( o.a Mozia) in de lagune gaan. Het blijft de hele middag regenen en wij verdrijven de natte tijd met lezen en tv kijken via de laptop. Er is een ruim aanbod aan zenders. Het nieuws vertelt over zware sneeuwval in de provincie Veneto, overlast van regen en overstromingen bij Rome èn bij Siracusa op Oost-Sicilië zijn 3 mensen in een auto weggespoeld en verdronken. Ik kijk een tijdje naar een volleybalwedstrijd, wat tekenfilms en er is een moviekanaal. We hopen voor morgen op beter weer.
Maandag 2 februari 2014 Imbarcadero di Mozia – Marsala – Mazara del Vallo.
Het weer ziet er vandaag een stuk beter uit. Het waait weliswaar nog flink , maar het is slechts gedeeltelijk bewolkt en de zon doet geregeld zijn best. Na nog even een blik aan het water en op de eilanden en de molens geworpen te hebben, laten we dit haventje achter ons. We rijden langs het water, dat verdacht hoog tegen de kustweg aan staat. Aan deze weg net voor Marsala vinden we een sosta camper, waar we voor €5 de wc kunnen legen. Dan gaat het door het centrum en doen we boodschappen bij een grote SISA, die op de parking speciale plaatsen voor campers heeft en waar we 4 uur mogen staan. Het is een nieuwe, groot opgezette, moderne èn heel overzichtelijke winkel met aparte bakkerij, een restaurant e.d. Daarna kuieren we langs het beroemde wijnhuis Baglio Florio (de Marsala-wijn) en een alcoholstoker Bianchi het centrum in. Een erg mooie wandeling is dit in eerste instantie niet. Maar eenmaal in het voetgangersgebied van het centrum aangekomen, blijkt Marsala wel degelijk een heel aardige kern te hebben. Je kunt hier in de diverse gelegenheden al ’s morgens vroeg Marsala proeven. Het grote plein met de Chiesa dell’Addolorata, een mooie oude poort en nog wat mooie paleizen zijn de moeite van het bekijken waard. We wandelen op goed geluk wat rond en komen bij het Palazzo VII Aprile met de Chiesa del Madre. De laatste heeft een aantal grote heiligenbeelden aan de gevel. Via een winkelstraatje gaat het langs het Palazzo Fici naar de Porta Nuova. Daar houdt de stad op en dus draaien we om en lopen door een aantal zijstaatjes met opvallend veel logiesgelegenheid. Zo komen we bij het voormalige Convento del Carmine, dat nu een archief bevat. Dan gaan we terug en lunchen op de parkeerplaats bij de Sisa. We vervolgen onze route en het lukt niet altijd om de weg langs de zee te volgen. Net buiten Marsala staat een wegversperring omdat de straat vol ligt met aangespoeld zeewier. Ook bij Villiagio Sibiliana wordt onze weg geblokkeerd, deze keer door een grote geitenkudde. Ondertussen rijden we door een zeer uitgestrekt wijnbouwgebied. Zigzaggend zoeken we de weg naar Mazara del Vallo, waar we tegen half vier aan de haven stoppen. Genoeg gereden voor vandaag. We parkeren naast Duitsers, die ons eerder in Palermo ook al gezien hadden. Wij hen niet! In de haven is een werf, waar enkele schepen op de helling staan. In het water liggen opmerkelijk veel roestbakken. Op het strand achter de boulevard ligt geen blubber van zeewier maar een laag dikke “vilten” biljartballen. Zo veel als hier hebben we zelfs aan de Spaanse kust nooit gezien. Uiteraard verkennen we de stad zelf nog een uurtje. Het is een aardige stad met veel keramiek in de vorm van bloempotten en tegelwandjes. We zoeken nog even naar een internetpunt, maar tevergeefs.
Martedi 4 Febbraio 2014. Mazara del Vallo – Cave di Cusa – Selinunte – Sciacca.
Vandaag is het een archeologische wandeldag. Met stralend weer vertrekken we uit Mazara. We proberen een alternatieve weg langs zee naar Cave di Cusa te vinden, hetgeen niet erg soepel gaat. Cave di Cusa is een steengroeve uit de Griekse tijd, die werd gebruikt voor de tempels van Selinunte. De hobbelige toegangsweg wordt beveiligd door een herder met zijn honden. Die laatste vallen zelfs de camper aan! De entree is gratis, omdat het park eigenlijk gesloten is. Her en der in dit mooie wandelpark, dat links door een stenen muur is afgesloten, liggen nog dikke stenen cilinders, die voor zuilen bestemd waren. Om 12.30 uur na een mooie tocht door het dal van de Mondrone, met wijngaarden afgewisseld met olijfgaarden, staan we op de parking van Selinunte, de grootste Griekse opgraving op Sicilië. Selinunte was in de 6e eeuw v.C. een belangrijke Griekse kolonie. Onder aanvoering van Hannibal hebben de Carthagers in de 4e eeuw v.C. de stad met al zijn tempels grondig verwoest. Na de lunch maken we over het zeer uitgebreide terrein een heerlijke wandeling. Eerst naar de oostelijke tempels, die heel saai: E, F en G genoemd zijn. E ziet er nog heel goed uit. De andere twee zijn als blokkendoosbouwsels op een hoop gegooid. We steken het dal (Gorgo Cottone) dat oostelijke tempels scheidt van bouwwerken op het Akropolis-complex (O, A, B, C en D) over. Niet alleen tempels hier, maar ook restanten van huizen, stadsmuren en een necropolis. Van alles wat er nog is over gebleven zijn wij aardig onder de indruk. Hoe kregen ze dit voor elkaar? We zwerven tot een uur of drie over de hellingen van de Akropolis. Zo’n 10 kilometer verder op kijken we even in Portopalo naar een overnachtingsplek bij een restaurant maar die bevalt ons niet, dus rijden we door naar Sciacca, waar we bij de haven tot onze grote verbazing wel 20 campers aantreffen. Zoveel hebben we er de afgelopen weken nog niet bij elkaar gezien. We sluiten aan en morgen maar eens bekijken waarom het hier zo populair is.s
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}